Twitter Facebook RSS Feed Email

Tip #11: Laat je niet overdonderen door de persoon die ondervraagd wordt.

Maar weinig mensen hebben de verhoren van de Parlementaire Enquêtecommissie Woningcorporaties gevolgd. De verhoren duurden lang (anderhalf uur tot ruim vier uur) en werden alleen live via politiek24 uitgezonden. Op Youtube zijn de verhoren achteraf te zien, maar ook hier weinig hits. Desondanks hadden de verhoren mijn interesse want de vragen die de commissieleden stelden en de antwoorden die met name de (oud) bestuurders gaven waren leerzaam. Volgens sommigen waren dit namelijk enkel antwoorden waarmee ze de handen in onschuld wassen. Daarnaast zag je bij sommige bestuurders een bepaalde houding die voor onervaren vragenstellers overdonderend kan zijn. Is het een zekere minachting? Lastig te zeggen. Aan de hand van een fictieve cursusdag - één waarin bestuurders wordt geleerd hoe om te gaan met lastige vragenstellers - zal ik duidelijk maken welke antwoorden en signalen kunnen maken dat jij niet de juiste vragen stelt of moet doorvragen.

Stellen van vragen aan bestuurders

Beste cursisten,

Welkom bij de executive course "It wasn´t me". Tijdens deze succesvolle training krijgt u van ons enkele belangrijke tips hoe u het beste om kunt gaan met irritante toezichthouders, leden van ondernemingsraden, leden van onderzoekscommissies en het journalistieke gespuis.

Zoals te doen gebruikelijk hebben we weer een oud-cursist gevraagd om een praktijkervaring met u te delen. Omdat hij vandaag helaas verhinderd was, hebben wij met hem afgesproken dat hij voor één keer online zijn kwaliteiten zou demonstreren. 

Om de waarde van onze training extra te benadrukken, hebben we - in afstemming - gekozen voor een verhoor waar ook toezicht op de agenda stond. Want ik herhaal nogmaals, en nu met z´n allen en zonder te lachen: "Onafhankelijkheid is een hele essentiële en belangrijke voorwaarde voor toezicht".

U kunt beginnen met het maken van aantekeningen.

1. Gebruik om te beginnen de woorden dilemma's, vragen, vraagstukken, discussies en wiskunde.
Zoals onze oud-cursist goed zal laten zien, is het belangrijk om aan te geven hoe lastig het allemaal wel niet was en is. Het is geen wiskunde! Ik herhaal: het is geen wiskunde. Benadruk dat uw vakgebied interessante vraagstukken oplevert en geef aan dat de discussies wel door u gezien werden. Maar dat het lastige discussies zijn. Discussies die nu nog lopen. Dat het een dilemma was. Om het zeldzame moment te benadrukken dat u wel ergens voor staat, adviseren wij u op zo'n moment gepast getimmer.

2. Let u wel even op?
Het kan nooit kwaad om meteen de ondervrager erop te wijzen dat met het geheugen van hem of haar misschien iets mis is. Niet met dat van u. Attendeer de vragensteller er dan ook op dat u het al eerder hebt gezegd. Herhaal dit nogmaals, eventueel begeleid met het betere achterover-zitten, nogmaals: "ik heb u net aangegeven dat...". Doe dit desnoods drie keer. Sterker, je kunt "ik heb u al gezegd" niet vaak genoeg zeggen. Gebruik anders: "ik herhaal", of "nogmaals" of "ik heb u net de optelsom gegeven."

3. It wasn't me.
Attendeer de persoon die ondervraagt even fijntjes erop hoe het in Nederland geregeld is. Geef desnoods een minicollege staatsrecht of ondernemingsrecht. Dit kunt u eventueel versterken door niet meer in de ik-vorm te praten maar door uw functie te noemen. Niet "ik moest" maar "de staatssecretaris moest". Herhaal dit indien nodig. Verwijs vervolgens naar uw opvolgers. En al die verkiezingen die volgend. Dat maakt consistent beleid maken onmogelijk. Aan u lag het niet.

4. Da's toch logisch.
Niets zal uw gesprekspartner kleiner maken dan het internationale "duh, moet ik u dit nog uitleggen-signaal?". Herhaal dit eventueel na een aantal minuten. Of later nogmaals.

5. Haal uw neus op.
Ons advies aan u is om een de dag voorafgaand aan het verhoor met net iets te weinig kleren naar het strand te gaan. De persoon die u bevraagt, zal nooit weten of het te maken heeft met uw verkoudheid of dat u letterlijk uw neus ophaalt voor de commissie. Snuif, snuif, snuif.

6. Ken de synoniemen van "dat wil ik u niet zeggen".
Het kan natuurlijk voorkomen dat u oprecht iets niet meer weet. Maar het kan ook voorkomen dat u het wel weet maar het niet wilt zeggen. Zeg dan nooit "dat wil ik u niet zeggen" maar rek dit op tot "dat weet ik niet meer" of het mindere "ik heb het niet allemaal gevolgd". Het kan ook nooit kwaad om de alternatieven te kennen:
Herhaal dit desnoods vijf keer:

7. Geef toe. Maar ook weer niet.
U kunt altijd het verhoor kracht bijzetten door soms iets toe te geven. Maar doe dit wel strategisch. Zo kan het om te beginnen nooit kwaad om toe te geven dat u ook over de situatie hebt nagedacht en dat wellicht zaken anders hadden gekund. Maar voeg direct hier aan toe dat niet vergeten moet worden dat anderen dit natuurlijk in de weg zouden staan. U kon niet anders.

8. Beantwoord geen als-dan-vragen.
Geef nooit maar dan ook nooit antwoord op een als-dan-vraag. Want dat heeft u wel geleerd. In onze verdiepingsmodule kunt u trouwens leren dat u dit niet moet verwarren met het noemen van de als-dan-redeneringen die ten grondslag liggen aan het beleid. Die inzicht geven in uw beleidskeuzes. Dat mag. Helemaal goed zijn de als-dan-redeneringen waarmee u de samenleving hebt behoed van het kwaad. Deze als-dan-redeneringen kunt u ook gewoon gebruiken.

9. Weet wat u moet doen als het te warm wordt onder uw voeten.
Beantwoord om te beginnen vragen dermate lang dat u aan het eind van uw antwoord het begin van het antwoord weer onderuit kunt halen. Gooi er vervolgens een dooddoener in. Denk hierbij aan een tegeltjeswijsheid als "De wijsheid van vandaag hoeft niet de wijsheid van morgen te zijn. Ook mag het betere "je kunt - en dat geldt voor veel in het leven - niet alles weten". Zie ondertussen FTM voor meer diepzinnigheden van onze oud-cursist. Het woord evolutie doet het natuurlijk erg goed. Het frame hiermee is dat u geen invloed had. Wijs daarnaast op de rol van anderen: benadruk altijd even dat u niet de eerste verantwoordelijkheid had. Hopelijk wordt vergeten dat meerdere personen in meer of mindere mate verantwoordelijk kunnen zijn. Ook kan dit een goed moment zijn om een rechtsfilosofische discussie te beginnen. Is immers geen enkel geval hetzelfde? Geef aan dat er altijd een zekere afwegingsruimte is. Dat de regel overstijgt. Dat alles een kwestie van gezond verstand maakt.

10. Ken uw beperkingen.
Ons advies is trouwens om niet uw kwetsbaarheden te laten zien. Onze oud-cursist heeft dit nog even voor u duidelijk willen maken. Gebruik dus geen euh, euh, euh... of  euh, euh, euh....

11. Een schamper lachje op z'n tijd.
Het is natuurlijk zaak om duidelijk te maken hoe de verhoudingen liggen. Wie is nu de ervaren bestuurder? Wie wie is de man met verantwoordelijk? Who is the man? Dat bent u. Daarom: lach, lach, nog beter, lach wat minzaam.

12. Sjekkie-time!
Onze oud-cursist heeft het trouwens dit keer nagelaten maar tot slot wil ik u graag meegeven dat het natuurlijk altijd mogelijk is om tijdens het verhoor reeds een sjekkie te gaan draaien. Het zal de persoon die u bevraagt raken. En wordt toch onverwachts navraag gedaan? U resteert niets anders dan woedend te worden.

Ik dank u voor uw aandacht en wens u allen veel succes!