(tip voor verdere lezing: lees de NRC-column van Folkert Jensma, Kritiek onder rechters is ongewenst)
De vraag die een kritisch denker zich bezig houdt, is: "hoe weet je dat een bewering geldig is?". Het is een zoektocht naar betrouwbare kennis voor de beweringen die worden gedaan. Het is ruim 2000 jaar geleden begonnen met de eerste filosofen en wiskundigen. Reeds Euclides (2000 jaar geleden) wist hierbij het belang van heldere definities: wat is de definitie van een vlak? wat is precies een lijn? Et cetera.
In de 16e/17e eeuw zagen we in de natuurwetenschappen de opkomst van de experimentele wetenschappelijke methode als aanpak om de wereld te kunnen kennen. Van de empirische wereld kunnen we helaas minder de waarheid bewijzen als van de wiskundige wereld maar door allerlei wetenschappelijke methodes (door experiment, controle, correctie en verbetering) kunnen we wel komen tot een zo groot mogelijke betrouwbaarheid. Als een middel getest wordt moet de wetenschapper met genoeg proefpersonen werken, moet dubbel-blind het middel onder de proefpersonen zijn uitgezet en zullen meta-analyses de betrouwbaarheid van de conclusie bevestigen. Nu wordt het belangrijk voor ons. Vervolgens worden namelijk de resultaten gepubliceerd waarbij collega-wetenschappers de resultaten gaan bestuderen en kritisch gaan beschouwen. Op congressen of via wetenschappelijke tijdschriften worden de resultaten bevestigd of aangevallen. Niet leuk, vaak frustrerend (jarenlang onderzoek wordt onderuit gehaald) maar voor de werking van het natuurwetenschappelijk systeem essentieel. Omdat we weten dat de mens soms niet meer alles helder ziet (tunnelvisie ligt op de loer) of alles kan bezien, moet het systeem wel zorgen voor betrouwbare uitkomsten. Transparantie van de beweringen en de ondersteunende argumentatie en het kunnen uiten van kritiek door collega-experts is hierbij fundamenteel. In principe en even los van financiële beperkingen toegankelijk voor iedereen.
De juridische methode kent veel overeenkomsten. Binnen het recht worden door rechters oordelen geveld die vervolgens worden beschreven in arresten. Deze arresten kunnen vervolgens worden bestreden door de betrokkenen (beroep e.d.). Wel zijn er twee grote verschillen tussen de natuurwetenschappelijke methode en de juridische methode.
Het eerste verschil is dat binnen het recht er eerder sprake zal zijn van een definitieve beslissing. Indien over een geschil de hoogste rechter heeft geoordeeld of als bezwaar/beroepstermijnen zijn verlopen, houdt het gewoon op (uitzonderingen als het CEAS en van novum daargelaten).
Een tweede verschil is dat binnen het recht niet iedereen zich openbaar mag uitlaten over het oordeel van een rechter. De enige partij die zich niet publiek mag uitlaten over de beslissingen van rechters - als het rechterlijk functioneren in het algemeen - is de collega-rechter zelf. In een interessante column van Folkert Jensma in de NRC van vandaag wijst hij erop hoe uit de zaak "Schalken/Kop" maar weer eens blijkt dat kritiek onder rechters ongewenst is. Dit heeft zelfs een juridisch basis. Zo kan een rechter disciplinair worden bestraft indien hij "door handelen of nalaten ernstig nadeel toebrengt aan de goede gang van zaken bij de rechtspraak of het in haar te stellen vertrouwen." (artikel 46c Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren). De vraag die Jensma stelt, is of met een openbare mening als die van Peter Kop het aanzien van de rechtspraak inderdaad wordt geschaad.
Deze laatste vraag kunnen we op vele manieren onderzoeken. We kunnen het om te beginnen meten. Gelijk aan het onderzoek naar het aanzien van de rechtspraak na het proces Wilders (verrassend: meer aanzien). We kunnen ook het Nederlandse juridisch systeem vergelijken met bijvoorbeeld dat van Amerika, Frankrijk of Duitsland. Maar we kunnen ook de juridische methode gaan vergelijken met die van de natuurwetenschap. Het aanzien van de natuurwetenschap lijkt namelijk - in ieder geval qua gevolgde methodes - hoog.
Daarom ter overweging: zouden ook juridische beslissingen niet beter worden als iedereen publiekelijk kritiek mag geven op de inhoud? Juist als ook collega-rechters vanuit hun expertise hun ideeën uiten? Of zijn de verschillen tussen natuurwetenschap en rechtspraak te groot? Hun doel lijkt immers hetzelfde te zijn: te komen tot claims die geldig zijn. Voor de één de waarschijnlijkheid van proposities en theorieën voor de ander de juistheid van juridische beslissingen.
• Kritiek onder rechters is ongewenst, NRC, 06-08-2011
• ‘Meer vertrouwen in rechtspraak door proces-Wilders’, NRC, 13-07-2011
• Kritisch denken, Hoorcollege over het ontwikkelen van heldere ideeën en argumenten, NRC Home Academy (tip)
De vraag die een kritisch denker zich bezig houdt, is: "hoe weet je dat een bewering geldig is?". Het is een zoektocht naar betrouwbare kennis voor de beweringen die worden gedaan. Het is ruim 2000 jaar geleden begonnen met de eerste filosofen en wiskundigen. Reeds Euclides (2000 jaar geleden) wist hierbij het belang van heldere definities: wat is de definitie van een vlak? wat is precies een lijn? Et cetera.
In de 16e/17e eeuw zagen we in de natuurwetenschappen de opkomst van de experimentele wetenschappelijke methode als aanpak om de wereld te kunnen kennen. Van de empirische wereld kunnen we helaas minder de waarheid bewijzen als van de wiskundige wereld maar door allerlei wetenschappelijke methodes (door experiment, controle, correctie en verbetering) kunnen we wel komen tot een zo groot mogelijke betrouwbaarheid. Als een middel getest wordt moet de wetenschapper met genoeg proefpersonen werken, moet dubbel-blind het middel onder de proefpersonen zijn uitgezet en zullen meta-analyses de betrouwbaarheid van de conclusie bevestigen. Nu wordt het belangrijk voor ons. Vervolgens worden namelijk de resultaten gepubliceerd waarbij collega-wetenschappers de resultaten gaan bestuderen en kritisch gaan beschouwen. Op congressen of via wetenschappelijke tijdschriften worden de resultaten bevestigd of aangevallen. Niet leuk, vaak frustrerend (jarenlang onderzoek wordt onderuit gehaald) maar voor de werking van het natuurwetenschappelijk systeem essentieel. Omdat we weten dat de mens soms niet meer alles helder ziet (tunnelvisie ligt op de loer) of alles kan bezien, moet het systeem wel zorgen voor betrouwbare uitkomsten. Transparantie van de beweringen en de ondersteunende argumentatie en het kunnen uiten van kritiek door collega-experts is hierbij fundamenteel. In principe en even los van financiële beperkingen toegankelijk voor iedereen.
De juridische methode kent veel overeenkomsten. Binnen het recht worden door rechters oordelen geveld die vervolgens worden beschreven in arresten. Deze arresten kunnen vervolgens worden bestreden door de betrokkenen (beroep e.d.). Wel zijn er twee grote verschillen tussen de natuurwetenschappelijke methode en de juridische methode.
Het eerste verschil is dat binnen het recht er eerder sprake zal zijn van een definitieve beslissing. Indien over een geschil de hoogste rechter heeft geoordeeld of als bezwaar/beroepstermijnen zijn verlopen, houdt het gewoon op (uitzonderingen als het CEAS en van novum daargelaten).
Een tweede verschil is dat binnen het recht niet iedereen zich openbaar mag uitlaten over het oordeel van een rechter. De enige partij die zich niet publiek mag uitlaten over de beslissingen van rechters - als het rechterlijk functioneren in het algemeen - is de collega-rechter zelf. In een interessante column van Folkert Jensma in de NRC van vandaag wijst hij erop hoe uit de zaak "Schalken/Kop" maar weer eens blijkt dat kritiek onder rechters ongewenst is. Dit heeft zelfs een juridisch basis. Zo kan een rechter disciplinair worden bestraft indien hij "door handelen of nalaten ernstig nadeel toebrengt aan de goede gang van zaken bij de rechtspraak of het in haar te stellen vertrouwen." (artikel 46c Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren). De vraag die Jensma stelt, is of met een openbare mening als die van Peter Kop het aanzien van de rechtspraak inderdaad wordt geschaad.
Deze laatste vraag kunnen we op vele manieren onderzoeken. We kunnen het om te beginnen meten. Gelijk aan het onderzoek naar het aanzien van de rechtspraak na het proces Wilders (verrassend: meer aanzien). We kunnen ook het Nederlandse juridisch systeem vergelijken met bijvoorbeeld dat van Amerika, Frankrijk of Duitsland. Maar we kunnen ook de juridische methode gaan vergelijken met die van de natuurwetenschap. Het aanzien van de natuurwetenschap lijkt namelijk - in ieder geval qua gevolgde methodes - hoog.
Daarom ter overweging: zouden ook juridische beslissingen niet beter worden als iedereen publiekelijk kritiek mag geven op de inhoud? Juist als ook collega-rechters vanuit hun expertise hun ideeën uiten? Of zijn de verschillen tussen natuurwetenschap en rechtspraak te groot? Hun doel lijkt immers hetzelfde te zijn: te komen tot claims die geldig zijn. Voor de één de waarschijnlijkheid van proposities en theorieën voor de ander de juistheid van juridische beslissingen.
• Kritiek onder rechters is ongewenst, NRC, 06-08-2011
• ‘Meer vertrouwen in rechtspraak door proces-Wilders’, NRC, 13-07-2011
• Kritisch denken, Hoorcollege over het ontwikkelen van heldere ideeën en argumenten, NRC Home Academy (tip)