Twitter Facebook RSS Feed Email

Tip #09: Vraag je af waarom je een bepaalde methode of werkwijze zou moeten omarmen

KRITISCHE HOUDING: TIP
Of dit nu op het werk is of tijdens een studie: we komen veelvuldig in aanraking met methodes, denksystemen of principes. Dit zijn vaste manieren van handelen of denken, vaak met als doel iets te beschrijven of te onderzoeken. Er zijn methodes te over. Bekende voorbeelden (in algemene zin): de SMART-criteria, de kernkwadranten van Ofman, de Myers-Briggs Type Indicator (MBTI), het 7S-model en natuurlijk het argumentatieve HART-model. De vraag die je echter steeds zou moeten stellen, is waarom je zo'n aanpak zou moeten omarmen (laat staan uit je hoofd leren). Vooral studenten volgen vaak trouw de uitleg van een docent / trainer zonder de vraag te stellen of de methode wel deugt. Mijn advies is om dit wel te doen! In deze posting geef ik een overzicht van vragen (en subvragen) die je hiertoe kunt stellen. Of ze concreet waardevol zijn, is afhankelijk van de methode of werkwijze. Verwacht trouwens geen definitief antwoord. Met onderstaande vragen kun je echter wel een meer geïnformeerde keuze maken.


Vragen stellen bij een methode
KRITISCHE VRAGEN BIJ EEN METHODE

1. Wie is de bedenker van de methode?
Zijn de auteurs autoriteiten in het vakgebied?
▪  Hebben de auteurs veel publicaties op hun naam staan? Wat is veel? Kun je dit afzetten tegenover andere auteurs?
Hebben de auteurs ook praktijkervaring in het vakgebied waarvoor jij de methode misschien gaat inzetten?

2. Hebben de auteurs belang bij de methode?
▪ Verdienen de auteurs met de methode?
▪ Geeft de methode hun een bepaalde reputatie?

3. Is de methode een bewezen methode?
▪ Is er (wetenschappelijk) onderzoek gedaan naar de juistheid van de methode?
Is dit onderzoek gepubliceerd? In een wetenschappelijk tijdschrift? Is dit tijdschrift peer-reviewed? Is het onderzoek herhaald? Bestaat er meta-onderzoek?
▪  Bestaat er ook (wetenschappelijke) kritiek? Wat is deze kritiek?

Tip: pas op met het centraal stellen van je eigen ervaring. Dat de SMART-criteria voor jou werken, wil nog niet zeggen dat deze criteria ook werken voor andere studenten/beroepsbeoefenaren. Ben je niet de uitzondering?

4. Zijn er verwante methodes?
▪ Waarin verschillen dan de methodes? Welke methode bestaat al langer? Kun je dit verklaren?
▪ Zijn er ook methodes die juist een andere aanpak hanteren? Waarom kiezen zij voor een andere aanpak?
Tip: ook voor andere, verwante methodes geldt: stel dezelfde vragen.

5. Wordt de methode ook in de praktijk toegepast?
▪ In hoeverre wordt de methode gebruikt binnen het bedrijfsleven?
▪ Zie je de methode ook gebruikt worden in andere vakgebieden?
▪ Welke methode leren studenten bij andere onderwijsinstellingen?
▪ Zie je de methode ook gebruikt worden in andere landen (tip: kijk eens of de Wiki-pagina ook vertalingen kent. Neem het resultaat met een flinke korrel zou maar het kan wel indicatief zijn en je verder helpen in je onderzoek).

6. Is de methode compleet?
(vooral interessant bij methodes die 'toevallig' een acronym zijn)
▪ Kun je - mede in het licht van de praktijk of andere methodes (zie voorgaande vragen) - een element bedenken dat ontbreekt? SMARTQ laat zich lastig uitspreken maar waarom zou niet net een Q ontbreken bij deze aanpak?
▪ Kun je een element herkennen dat overbodig is? Valt niet een element al onder een ander element? 

Voorbeeld: Waarom spreken we over het 7S-model en niet het 8S-model of zijn enkel zes S'jes relevant? Waarom is het niet het 6S en 1Q-model?

7. Is de methode op een andere methode gebaseerd?
Indien een methode op een andere methode gebaseerd is, stel in dat geval de vragen uit deze posting bij de oorspronkelijke methode. Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn als een methode enkel een vertaling is van een methode uit een andere taal of een combinatie is van andere methodes.

__________

Aanvullingen zijn natuurlijk welkom!