Twitter Facebook RSS Feed Email

Tip #07: Gaat de ander wel in op de argumenten / de vraag? (onbekendheid met de weerlegging)

Werd op Dijsselbloem, (destijds) voorzitter van de Eurogroep, een karaktermoord gepleegd? Deze conclusie kwam volgens velen begin 2013 bovendrijven nadat Dijsselbloem veel kritiek had gekregen over bepaalde uitspraken (zie hier of reacties op bericht hier). Maar misschien had de kritiek op hem ook te maken met de zaken die hij als ervaren politicus misschien bewust niet zei. Waardoor hij extra kwetsbaar werd.

Politiek als spel
Een tijdje geleden gaf ik een training aan gemeentepolitici. Het doel van de training was deze politici - van verschillende partijen - in te laten zien dat een kritische houding soms echt nodig is omdat hun "opponent" ze misschien bewust of onbewust voor de gek hield. Ik reikte ze allerlei instrumenten aan om in te zien wanneer mogelijk niet juist werd geredeneerd. Of wanneer op z'n minst vragen gesteld moesten worden.

Wat mij toen reeds intrigeerde was de dubbele wens van veel politici. Vanuit het idee dat politiek-bedrijven ook een spel is, wilden veel politici (1) inderdaad inzicht wanneer de ander hun voor de gek hield, het oorspronkelijke doel van de training maar ook (2) zelf handvatten krijgen waarmee ze de ander voor de gek konden houden. Andere politici maar ook journalisten. Zie hier het politieke spel; gewenst of ongewenst.

In theorie: de onbekendheid met de weerlegging
Nu is een veel gebruikte tactiek onder politici het inzetten van de "onbekendheid met de weerlegging". Dit is een argumentatieve strategie die vaak een drogreden oplevert. De strategie bestaat hieruit dat niet wordt ingegaan op de argumenten van de ander maar dat door herhaling van het eigen standpunt dan wel door het aandragen van niet relevante argumentatie de ander op een dwaalspoor wordt gezet. Meer in het algemeen wordt niet ingegaan op wat de ander zegt maar wordt domweg de eigen visie herhaald. Indien een vraag niet beantwoord wordt, zien we eigenlijk hetzelfde.

De denkfout die in beide gevallen wordt gemaakt, is de aanname dat het negeren van wat de ander zegt, helemaal de tegenargumenten van de ander, en vervolgens het herhalen van het eigen standpunt overtuigend is.

Voorbeeld uit de praktijk: de template van Dijsselbloem
Uit het transcript van het interview met Reuters (hier) blijkt dat ook Dijsselbloem dit mechanisme in 2013 (onbewust?) inzette bij beantwoording van een vraag van een journalist. Wat gebeurde er precies? Een journalist stelde een vraag en hierin zat een woord dat Dijsselbloem niet precies kende. Dit bevestigde hij achteraf. In plaats van dat Dijsselbloem echter aan de journalist vroeg wat hij bedoelde (in dit geval de betekenis van het woord template) of dat hij dichter bij de vraag bleef, gaf Dijsselbloem een eigen antwoord: zijn eigen visie die grotendeels los stond van de vraag. Hij gebruikte hierbij ook niet het woord dat de journalist had gebruikt in de vraag. Veel beleggers, analisten en journalisten dachten echter dat hij toch de vraag van de journalist (impliciet) had beantwoord hetgeen hem veel kritiek opleverde.

Nu zullen er vast politici zijn die vinden dat Dijsselbloem verstandig handelde. Dat Dijsselbloem had geacteerd zoals het een goed politicus betaamt. Onbekend zijn (spelen) met de weerlegging is binnen de politiek in ieder geval een veel gebruikte techniek. Voor o.a. journalisten, andere politici, beleidsmakers, et cetera een reden om door te vragen.

Tip
Als je een vraag stelt aan een ander of een tegenargument benoemt, stel vast of iemand wel echt de vraag beantwoordt of op de tegenargumentatie ingaat. De kans is groot, zekers onder politici (maar bij managers), dat ze enkel hun eigen standpunt herhalen.