Twitter Facebook RSS Feed Email

Lezen we in de uitspraak inzake de dodenherdenking Vorden te veel de persoonlijkheid van de rechter?

Graag wijs ik nog op het artikel op het weblog van NRC, geschreven door Folkert Jensma, over de vraag of een rechter de burgemeester mag verbieden om Duitse soldaten te herdenken op 4 mei. Het stuk en de uitspraak zijn om drie redenen interessant.

1. Ten eerste om het juridisch inhoudelijke vraagstuk zelf. Mag een rechter inderdaad een burgemeester verbieden Duitse soldaten te herdenken op 4 mei indien hiertoe wordt verzocht door het FJN? Op het weblog een analyse en een aantal commentaren van juristen op deze inhoudelijke rechtsvraag. Wat schrijft het recht voor? Was bijvoorbeeld het FJN wel ontvankelijk?

2. Ten tweede - en dit is wel nauw verbonden aan het eerste punt - doet de vraag zich voor in hoeverre we in deze uitspraak de persoonlijkheid van de rechter terugzien. Dit bij afwezigheid van duidelijke juridische gronden. Oordeelt de rechter deugdelijk? Een reactie op de NRC-site:
"Angst is een slechte raadgever; dat blijkt ook hier maar weer. De Vordenaren hebben dat laten zien door, op een enkeling na, zelfstandig langs de Duitse graven te lopen, hoewel de burgemeester dat niet deed. Een wat mij betreft prachtig, heel adequaat en ontroerend antwoord op de vrees van de rechter."
Speelt angst? Speelt een conservatieve insteek? Er zitten in ieder geval verschillende verzwegen elementen in het betoog. Elementen die om toelichting vragen. Bijvoorbeeld de verzwegen normen:
- Een nieuwe insteek van de dodenherdenking als deze mag niet onmiddellijk plaatsvinden indien een belangrijk deel van betrokkenen hiermee in algemene zin niet instemt
- Dit mag helemaal niet als er ook al geen sprake is van enig streven naar verwerving van draagvlak.
Ook is de ondersteuning voor diverse feitelijke voorspellingen nog onduidelijk:
- Sommige mensen in een grote menigte zullen, zonder enige waarschuwing of andere voorzieningen, gedwee de burgemeester volgen om onverhoeds te bemerken dat ze bij Duitse oorlogsgraven staan.
- Dit zal leiden tot verwarring en verdeeldheid onder deze mensen.
- Dit zal de burgemeester worden aangerekend want deze dient met de gevoelens van de burgers rekening te houden.
- Mensen zullen niet inzien - of begrijpen - dat iemand de begraafplaats als burgemeester betreedt en als ambteloos burger zal verlaten. 
3. Ten derde is interessant om de reacties op het artikel te bestuderen. Wat opvalt is hoeveel mensen de houding van de betrokken Joodse organisatie(s) laten meewegen in hun oordeel. Is dit echter wel zuiver? Ad-hominem-argumentatie? Had de rechter wel een gelijkluidende uitspraak mogen doen als verzoekers zich anders hadden opgesteld?

De Uitspraak: Mag de burgemeester worden verboden Duitse soldaten te herdenken op 4 mei?, NRC, 09-05-2012
De Uitspraak, Rechtspraak.nl, 04-05-2012